Rondleiding bij abstracte kunst,
bedacht en gegeven door Roby Bellemans
Het werk van de Engelse kunstenaar Douglas Allsop oogt op het eerste zicht steriel. In de
mooie voormalige woonkamer, waar Piet Mondriaan zijn eerste levensjaren doorbracht,
hingen drie grote werken van hem. Zwarte blinkende, spiegelende plexiglazen platen met
gaten in. In het ene werk kleine gaten, in het tweede waren de gaten wat groter en in het derde
werk weer wat groter.
Verder stond er geen toelichting bij. Dat zag je ook aan de bezoekers, die deden een stap naar
binnen, draaiden hun hoofd even rond, trokken het terug en met een blik van 'Het zal wel
moderne kunst zijn' liepen ze verder naar een andere zaal waar hopelijk iets hing dat wel op
kunst leek.
Ik nodigde die mensen dan uit om met mij terug te gaan en eens goed naar dat werk te kijken.
Het koste mij geen enkele moeite om ze vervolgens te laten ontdekken dat het bij dit soort
werk niet gaat om wat het voorstelt, maar om wat kunst jou allemaal kan laten ervaren. Het
duurde ook nooit lang of die mensen waren, via die plasticplaten en Descartes bij Sartre
beland.
Voor een rondleider is dat natuurlijk erg leuk om te doen en toen we een basisschool in het
museum op bezoek kregen dacht ik: 'als het bij volwassenen lukt, moet het zeker bij kinderen
lukken'.
Mij inspireerden die werken enorm. Het kwam ook omdat Douglas een uiterst prettige en
boeiende persoon was, samen met een collega rondleider zijn we een paar avonden met hem
op stap geweest. Over kunst hebben we niet gesproken, maar we hadden beiden wel het
gevoel zijn werk beter te begrijpen.
Laat ik mij me voor dit stukje beperken tot hoe ik bij Sartre kwam en waarom de kinderen dat
begrepen. Op de bijgaande foto's ziet u het werk en de kinderen.
Ik begon met de vertellen over Piet Mondriaan; dat die daar zijn eerste levensjaren doorbracht
en als klein ventje alleen omhoog naar buiten kon kijken. Daar zag ie dan de wind de bomen
doen waaien. Eigenlijk waait de wind, maar dat is nu niet zo relevant meer.
Vervolgens vertelde ik het verhaal van
Douglas, die in zijn jeugd een slaapkamer had in een hoekhuis. 's Avonds als hij in bed lag,
zag hij hoe het licht van de koplampen van de auto's die daar de bocht omgingen, door het
gebladerte heen danste op de muur. Een prachtig schouwspel. Hij ging dan vaak met zijn
gezicht naar de muur liggen en fantaseerde verder over hoe het licht bewoog.
Zoiets is mooi om de kinderen ook te laten beleven, dus mochten ze eerst nog eens naar de
dansende bladeren kijken en vervolgens gingen ze met hun gezicht naar de muur en met hun
ogen dicht, op de grond liggen.
In hun fantasie zagen ze hoe die stukjes wit licht dansten op de muur. Daarna kwamen ze
weer overeind en keken ze naar het werk van Douglas. Zwarte platen met gaten tegen een
witte muur waardoor die gaten wit werden. Maar de kinderen zagen dat niet, die zagen
meteen die muur op de slaapkamer van Douglas en de gaten waren de lichtstippen.
En vrij snel begrepen ze ook waarom die werken in die zaal hingen, het was ook het
gebladerte dat de jonge Piet Mondriaan zag als hij naar buiten keek.
En nu Sartre.
Eerst vertelde ik hun wat een filosoof deed. Nadenken. Descartes, een Franse filosoof dacht;
'Ik denk, dus ik besta'. Logisch. Ook dat begrijpen de kinderen zonder moeite. 'Nee, zei
Sartre, Je bestaat dankzij de blik van de ander!'.
Vraag ik aan de kinderen, begrijpen jullie dat? Nee, uiteraard niet. Oké, een
voorbeeldje. Je zit
ergens en een van je vriendinnen komt langs. Je zwaait, maar ze ziet je niet. Je zwaait nog
eens,
maar ze kijkt gewoon langs je heen...alsof je niet bestaat.
Want er is niets ergers dan mensen die je negeren. Simpel voorbeeld en de kinderen begrijpen
het meteen. Maar wat hebben die plastic gatenplaten nu met Sartre van doen? Die link is niet
meteen duidelijk, maar ook weer wel.
De kinderen gaan eerst voor de plaat met de grote gaten staan. Wat zien jullie? Grote witte
gaten! Oké?
We wandelen naar de overkant van de zaal en gaan voor de plaat met de kleine gaatjes staan.
Wat zien jullie? Nou het is net een spiegel! En inderdaad, ze zien elkaar.
Nu naar de middelste plaat. Hier is het niet zo duidelijk of je in de spiegel kijkt dan wel naar
de gaten.
Ze krijgen allemaal van mij een opdracht die zij alleen weten. De ene kijkt naar de gaten de
ander naar de spiegeling. Een paar minuten en dan mogen ze vertellen wie er naar wie keek of
juist niet.
Wat eerst een plastic plaat met gaatjes was, is nu verworden tot iets dat heel verwarrend
werkt. En dat is fascinerend om te ontdekken.
Ook voor volwassenen. Je hebt wel eens dat je merkt dat er iemand achter je naar hetzelfde
werk staat te kijken. Dat voelt een beetje vreemd, maar ach. Bij dat werk van Douglas is er
ineens iets heel anders aan de hand. Je merkt dat er iemand achter je staat, maar die kijkt
vanuit het werk recht in je gezicht of toch niet?
Er is kunst en daar kijk je naar en dan denk je 'Goh, wat mooi!', of niet. Het kan je ontroeren
of niet. Maar er is ook kunst en die doet iets heel anders met je.
Het mooie van abstracte kunst is dat het niets voorstelt, het is slechts een aanzet. Als
toeschouwer zul je het zelf moeten doen. Zij het dat een rondleider je daar eventueel bij kan
helpen.
En na dat ingewikkelde filosofie verhaal wandelden we lekker verder .
.